
Als je bent opgegroeid met strenge ouders, die je telkens afwijzen en die je van kinds af aan wijzen op je fouten en tekorten, dan loop je de kans op een gevoeligheid voor schuld.
Je voelt je over alles en iedereen schuldig. Als er iets mis gaat in je omgeving, dan wijst er altijd een vinger naar jou. Zo kom je dan in een chronisch schuldgevoel. En je leeft in voortdurende angst voor de volgende fout. Want vroeg of laat zal die plaatsvinden.
Ik kan me er iets bij voorstellen.
Onlangs sprak ik iemand vol schuldgevoel. Gedurende het gesprek werd me iets duidelijk gemaakt -door God, denk ik-, namelijk de immense schade die ontstaat bij chronisch schuldgevoel. Ik merkte het ook tijdens het gesprek: het gesprek viel voortdurend stil, omdat elke vraag bedreigend bleek te zijn. Mijn gesprekspartner trok zich steeds meer terug in zichzelf. Als we erover spraken, dan voelde hij zich schuldig over de gang van het gesprek. “Zie je wel, dat is mijn schuld, dat het niet loopt.”
Dit schuldgevoel bleef hangen en blokkeerde ook de rest van het gesprek. Schuld op schuld op schuld op schuld…
Ik realiseerde me dat schuldgevoel een ketting kan worden, schuld bij elke stap die je zet, dag na dag, jaar na jaar. Je krijgt je handen er vol aan. Schuld is dan het enige waarvoor je leeft, waarvoor je aan het werk gaat. Je werkt aan het opsporen van schuld en daarna het wegwerken van schuld. En als dat niet lukt, dan werk je aan het compenseren van schuld of het afleiden van de schuldeiser. Dit doe je altijd en voortdurend. Niets anders meer. De enige mogelijkheid nog, zo lijkt het.
We zijn nu een paar gesprekken verder. Het inzicht groeit. We zoeken naar kleine momenten zonder schuldgevoel. Maar het ontsnappen gaat langzaam. Schuldgevoel blijkt verslavingsverschijnselen te kunnen veroorzaken. Zonder schuld te mogen leven, dat kan onwennig zijn.
Er is veel liefde voor nodig om het te laten lukken.